Stockmarket

Toen wij in een lokaal blaadje lazen over de wekelijkse stockmarket in het nabijgelegen stadje zweefden er direkt romantische beelden van een ouderwetse veemarkt door ons hoofd. Wij zagen het marktplein voor ons, vol met vee van allerlei pluimage, plaatselijke boeren die met handjeklap van elkaar kochten en vrolijk vee dat met de nieuwe eigenaar mee ging om erf en veld te bevolken. James Herriot was er niets bij en dus togen wij op weg. In de stad aangekomen reden wij rondje na rondje, maar na enige tijd moesten wij constateren dat er in de hele stad geen vee, geen trailers, boeren of handel te vinden was. Navraag bij een oude taxichauffeur leverde ons een uitgebreid verhaal op, waaruit bleek dat tot een paar jaar geleden onze romantische beelden nog op waarheid berustten, maar dat het op de veemarkt dagen te druk was geworden in de stad. Daarom was de wekelijkse stockmarket verplaatst naar een locatie buiten de stad. We kregen routeaanwijzingen en zochten de auto weer op.

Wat later bereikten wij een groot betonnen terrein met daarop twee enorme veehallen. Via een brede helling en een vrij diepe watergoot reden wij de parkeerplaats op, waar veewagen na trailer keurig geparkeerd stonden. De één nog groter dan de ander. Er was een wasplaats waar de wagens konden worden schoon gespoten en bakken met desinfecterende stoffen waardoor men de hal kon binnengaan. Eén veehal was het centrum van bedrijvigheid. Volledig gevuld met een effficient netwerk van hekken en poortjes die allemaal open en dicht konden en zo een route van veewagen, via weegplaats naar de hokken vormden. Tussen de rijen hokken liepen  in de hele lengte van de hal smalle loopbruggen waarvan de functie ons nog niet duidelijk was. Het was nog niet druk. De helft van de hokken was gevuld met schapen en in de verte hingen wat boeren en handelaars rond. Iedereen kende elkaar en aarzelend openden wij wat hekken om naar binnen te gaan. Wij hadden de toeristische veemarkt in ons hoofd gehad en dus hadden wij geen laarzen aan! Dom, dom, dom. Voorzichtig glibberden wij door poep en plas en lieten onze neus wennen aan de penetrante geur. Zoals gezegd was het nog niet druk en wij vielen enorm op met onze gewone schoenen en onze camera!

Er arriveerde een nieuwe veewagen... Tijd dus, om ons te concentreren op de gang van zaken. Het was meteen duidelijk dat schapen hier niet van eigenaar wisselen om elders verder te leven. Dit was hun eindstation, zij zouden de dag eindigen als vlees. Eenmaal uit de veewagen gedreven werden zij via het hekkencomplex naar de weegplaats gebracht. Met een klein koppel tegelijk, rammen en ooien gescheiden, kwamen zij op een loopbrug terecht en werden als geheel gewogen. Gewicht en eigenaar werden genoteerd en het koppel kon door naar een hun toegewezen hok. Dit alles ging gepaard met een galmend geluid van open- en dichtslaande hekken en geblaat van de schapen. Ondanks onze pogingen om niet op te vallen kwam na korte tijd een vrij jonge man naar ons toe en stelde zich voor als de veilingmeester. Wij schudden hem de hand, vertelden waar wij vandaan kwamen, wat wij kwamen doen en wat wij hadden verwacht. De veilingmeester vertelde dat er twee keer per week vee werd verhandeld op de stockmarket. Dinsdag het kleinvee, schapen dus, en donderdag het grotere vee, hoofdzakelijk koeien. Het meeste vee werd gekocht door tussenpersonen van de grote slachthuizen. De grote veewagens waren dan ook van hen.

In de tussentijd bleven er schapen aangevoerd worden en voor een "slow day" vonden wij het behoorlijk vol. We hadden het minder moeilijk dan op de veiling van de honden maar dwalend tussen de hokken hebben we heel wat leuke schaapjes gezien, die op ons hollandse weiland niet zouden misstaan. Om twaalf uur exact verscheen de veilingmeester met een collega, beiden in een witte jas, rubber broek, laarzen en een stropdas op de loopbrug tussen de hokken en luidden een ouderwetse bel. De veiling was begonnen! Wij vonden dat de veilingmeester van de honden snel praatte, maar dit sloeg alles. Tot het laatst toe hebben wij er weinig van kunnen verstaan. Wat wij begrepen was, dat de schapen op gewicht werden verkocht en dat de prijs die werd genoemd het gewicht per pond was. In een enorm tempo bewogen de veilingmeesters via hun verhoogde loopbrug zich langs de hokken, noemden prijzen en sloegen met hun stok op de reling om een koop te bezegelen. De kopers liepen op de grond mee, knepen in de schapen om het vlees te voelen, riepen hun prijs en volgden naar het volgende hok. De prijzen waren die dag niet hoog begrepen wij van een kennis die ons tot zijn verbazing op de stockmarket aantrof. Wat we hier nu deden, we waren toch geïnteresseerd in honden?

Binnen een uur waren alle schapen verkocht en was het tijd voor de administratieve afhandeling en de afvoer van het vee. Op dezelfde manier als de aanvoer werden de schapen voor hun laatste ritje de veewagens ingedreven. Wij liepen met onze kennis mee naar de kantine om na te praten. Een grote, met felle tl-lampen verlichte ruimte herbergde wat tafeltjes, waar de verkopende boeren hun prijzen evalueerden en kofffie dronken. Het aanbod van Engels gebak en pastries was weer uitgebreid. Wij werden aan wat mensen voorgesteld, dronken kofffie en aten taart. Na wat zelfonderzoek moesten wij constateren dat de gedachte aan de schapen niet echt moeite kostte. Daarvoor waren het er teveel, waren ze te anoniem.

We aten die avond echter geen vlees, maar patat.