Welsh Mountain
Welsh Mountain Schapen zijn vrij kleine stevige schapen die uitstekend geschikt zijn voor schrale bergachtige gebieden. De rammen dragen hoorns, de ooien zijn hoornloos. Het volwassen gewicht van een ram is zo’n 80 kilo en dat van de ooi 60 kilo . Binnen dit ras komen al vanaf de Middeleeuwen verschillende varianten voor. De gewone witte Welsh Mountain is tegenwoordig de meest voorkomende, door de grotere vraag naar witte wol. De Black Welsh Mountain is een geheel zwarte variant, De Balwen variant (“balwen” is welsh voor witte bles) is een zwart schaap met witte bles, half witte poten en een half witte staart. Deze variant werd pas in 1985 erkend. Tenslotte zijn er nog twee typen Badger Face Welsh Mountain schapen. Ofwel de “dassenkop” variant. Het schaap met de lichte kleurslag (Torddu) heeft een opvallende tekening van de kop met twee zwarte verticale strepen over de neus langs de binnenkant van de ogen en een been zwarte wol vanaf de kin, langs de hals, over de buik tot aan de staart. Deze kleur komt het meest voor. Het andere zeldzamer type Badger Face is donker (Torwen) met dezelfde tekening in lichte wol.
De Welsh Mountain ooi krijgt gemiddeld twee lammeren, waarvoor ze goed zorgt.