Scottish Blackface
Het Scottish Blackface Schaap is ook bekend onder de namen Blackfaced Highland, Kerry, Linton, Scottish Mountain , Scottish Highland, Scotch Blackface en Scotch Horn. Wanneer de Scottish Blackface als ras precies is ontstaan is niet helemaal duidelijk. Wel werd er al in de twaalfde eeuw in oude geschriften van kloosters melding gemaakt van zo genoemde dun-faced (ofwel bruin-grijskoppige) schapen. De monniken gebruikten de wol voor export en voor hun eigen habijten. Twee eeuwen later werd door James de 4 e van Schotland een grote kudde van 5.000 stuks Scottish Blackface schapen gefokt in de bossen bij Ettrick, Zuid-Schotland. Tegenwoordig is ongeveer een derde van de Engelse schapenpopulatie Scottish Blackfaces.
In de loop der eeuwen hebben zich onder invloed van de leefomstandigheden verschillende types blackface schapen ontwikkeld. Het Perth type bijvoorbeeld is een tamelijke grote soort, met lang haar; het Lanark type is wat kleiner en heeft wat kortere wol.
Het Scottish Blackface schaap is een sober ras dat zich prima aanpast aan zijn leefomstandigheden. Zowel rammen als ooien hebben hoorns, de wol is wit en de kop en poten zijn zwart of zwart-wit gevlekt. Rammen worden ongeveer 70 cm hoog en wegen zo’n 70- 80 kilo . De ooien worden 65 cm hoog met een gewicht van 50- 55 kilo . Blackface ooien lammeren makkelijk af en staan bekend als goede moeders, die hun lammeren (meestal 1 per jaar) wanneer nodig fel verdedigen.
Het vlees van deze mooie schapen staat goed bekend en de wol is erg geschikt voor de wat zwaardere stoffen, bijvoorbeeld voor kilts, of tapijten en matrassen.