Tuttenclub

Mijn buurvrouw merkte laatst somber op: “Die kleine van jou heeft het niet naar zijn zin hè, in dat hok!” Dat hok is mijn splinternieuwe kennel, waar ik bovenmatig trots op ben.

Nu ben ik een achteraf-denker, dus meer dan een schouder ophalen en een “Ach dat valt wel mee, toch?” kwam er bij mij niet uit. Ik begon over wat anders.

“Hoezo, eigenlijk?” dacht ik achteraf, “Finnian is juist degene die zich het best vermaakt in de kennel! Híj is geen lid van de Tuttenclub”

Nu wil het geval dat alle drie de honden prima in staat zijn zich te vermaken. Elk op hun eigen niveau en manier natuurlijk.

Cooper vermaakt zich, door gezellig bij je te liggen. Ze is constant alert op onraad; mensen die langslopen, auto’s in de straat, vogels of katten in de tuin en de deurbel. Verder snuffelt ze lekker in de tuin, stoeit met Finnian of Neala, en houdt alles wat ook maar enigszins eetbaar is in de gaten. Is het makkelijk bereikbaar of moet je er moeite voor doen? Neala zit anders in elkaar. Die is het liefste buiten om te trainen, te rennen of schapen te drijven. Thuis heeft ze niet zo’n behoefte aan vermaak. Ze ligt bij de deur, om er direct bij te zijn wanneer ik van plan ben uit te gaan! Of ze laat zich op haar favoriete stoel zakken, wanneer het uitgaan er echt niet in zit. In de tuin is ze hoofdzakelijk op zoek naar een rustige plek om te liggen. Wanneer Finnian of Cooper erg aandringen zal ze zich laten verleiden tot een potje spelen. Maar ook dat gaat rustig en beheerst. Finnian is uiteraard weer een ander verhaal. Hij is bij voortduring op zoek naar uitdagingen, dingen om op te knagen, om te gooien of om te spitten. Zelfs in de bench is hij in staat een gat te graven tussen zijn dekens en zijn waterbak als basketbal te benutten. De kennel biedt hem ongekende mogelijkheden in de vorm van een boom en een struik die zich lenen om uit te graven, mieren tussen de tegels, gras om om te ploegen, waterbakken om mee rond te sjouwen en binnen hokken waar hij de matjes uit kan slepen of waaraan hij zijn tanden kan scherpen!

Aan activiteiten geen gebrek dus en zonder uitzondering zijn het honden die graag in de tuin vertoeven! Dit moet ik echt benadrukken, want anders is het punt van mijn verhaal zoek! Zodra de tuindeur open gaat is iedereen gelukkig en zoekt elke hond zijn specifieke bezigheid in de tuin op. Hetzelfde geldt voor de kenneldeur. Die is bijna altijd open en in- en uitlopen op zoek naar speelgoed, voedsel of ander materiaal is voor de honden geen probleem.

Op het moment, echter, dat tuindeur of kenneldeur dichtgaat veranderen Cooper en Neala van spelende, zich amuserende honden, van het ene op het andere moment in een Tuttenclub. Ze rennen naar de deur, gaan zitten en tenslotte liggen in geduldige afwachting van betere tijden. De blik in de ogen geeft aan, dat ze dit ter wille van mij uren, dagen, nee wéken kunnen volhouden.

Wat gebeurt er nu wanneer ik ga stofzuigen bijvoorbeeld? Neala vertrekt met de staart tussen de benen naar de tuin of de gang. Aan niets heeft ze zo’n hekel als aan de stofzuiger! Cooper is er ook niet gek op. Die gaat op korte afstand schel staan blaffen. En Finnian springt het liefst bovenop het mondstuk om lekker mee te schuiven. Geen ideale omstandigheden voor een snelle klus dus!

“Kom!” roep ik wervend, “Ga lekker even in de tuin spelen!” Uitnodigend schuif ik de deur open en de hele meute trippelt blij naar buiten. Ik schuif de deur weer dicht en pak de stofzuiger. Met meubels sleurend en mopperend op het stof werk ik mij in het zweet en dan treft mijn blik de deur. Daar zitten ze met z’n tweeën; de Tuttenclub. Met verlangende blikken kijken ze naar binnen. Ogen waar het verwijt afdruipt, oren slachtofferig naar achteren en de staart tegen de buik geplakt. En beschaamd stort ik mij opnieuw op mijn taak. Hoe heb ik het lef gehad ze buiten te sluiten!

Hetzelfde geldt voor de kennel. Niets aan de hand, wanneer de deur openstaat, maar o wee als je hem dicht doet! Het roedeltje verzamelt zich voor de deur en wacht tot ik hem weer opendoe. Nu ben ik er laatst zelf in gaan zitten (weliswaar op een stoel in het zonnetje en met een goed boek en een kopje koffie), maar toch! En terwijl ik door de tralies heen de honden zo lekker in de tuin zag spelen, vroeg ik mij dringend af wie hier nu slim is! Ik of de Tuttenclub?

Anna, 15 april 2008