Kwartjes vallen…
Wanneer je er langzamerhand aan gewend raakt dat je aan het eind van elke training bij de schapen zo’n tien minuten bezig bent je hond ervan te overtuigen dat het nu genoeg is, dan is geloven dat het goedkomt steeds moeilijker. En iedereen kan je vertellen dat het vanzelf wel komt, maar zíj hebben inmiddels perfect meelopende honden, die gewoon terugkomen als je aan koffie toe bent.
Elke training begon ik vol goede moed… Eerst Neala afleggen op een aardige afstand van de schapen, vervolgens zelf een stuk verder lopen en dan de opdracht naar links of naar rechts geven. En dat ging al een heel tijdje heel aardig. Ze bleef liggen tot ik riep welke kant ze op moest en rende dan ook in de juiste richting weg om de schapen op te halen. Kortom, een start waarbij je de rest van de training vol vertrouwen tegemoet kon zien. Gedurende tien minuten à een kwartier deden wij vervolgens al onze oefeningen, eindje lopen, netjes af gaan liggen, het links- en rechtsom oefenen en wat hele kleine outruns. Omdat ik wist dat je een training altijd positief moest afronden, trainde ik nooit lang achter elkaar en na een in mijn ogen briljante actie van Neala’s kant besloot ik dan dat het genoeg was.
En daar ging het mis! Ik legde Neala af, liep naar haar toe terwijl ik de riem tevoorschijn haalde, en ja… border collies zijn slim. Vanaf dat moment heb ik zo’n beetje alles geprobeerd. Hoofdzakelijk betekende dat dat ik vruchteloos probeerde Neala te misleiden. Afleggen, erheen lopen, belonen en weer laten gaan. Dit in de hoop dat ik met de laatste keer aaien haar meteen aan de lijn kon nemen. De lijn losjes in mijn handen houden al vanaf het begin, hopende dat ze niet door heeft wanneer ik wil stoppen. Haar net op tijd vastgrijpen en er bovenop gaan zitten. Uiteindelijk brak ik met een dergelijke actie mijn vinger. Je moet wat voor je sport overhebben!
Een flink aantal weken heb ik getraind met mijn vingers in een spalk en oh oh oh, wat had Neala dat snel door. Nu was ik echt afhankelijk van mijn stem en een consequent optreden. Het moet natuurlijk niet een nieuw soort “trainingtool” worden, maar mij heeft die gebroken vinger wel geholpen. Ik kreeg nog het advies om eens flink boos te worden. Dat vond ik altijd moeilijk, want ik kon mij zo goed voorstellen dat Neala nog een rondje wilde! Met een pijnlijke vinger in een spalk, wordt boos worden makkelijker en een logisch gevolg van ongehoorzaam gedrag… Je bent immers wat hulpelozer! Ik heb maar een paar keer echt boos hoeven worden en op een goede dag riep ik Neala naar mij toe en liep vastbesloten weg bij de schapen in de richting van de koffie! Tot mijn verbijstering liep ze met mij mee en heeft ze een half uur op vijf meter van mij vandaan onaangelijnd liggen wachten. Ik kon het gerinkel van het vallende kwartje horen!
Met verbazing geniet ik nog elke keer, wanneer ze na een training met mij mee loopt. Ik moet echter wel oppassen dat die verbazing niet voelbaar wordt, want dan zal Neala aan de “verwachting” voldoen en weer terugrennen. Nee, mee teruglopen na een training moet de normaalste zaak van de wereld zijn.
Er hangt nog een onverwacht gevolg aan deze overwinning en dat heeft met schapendrijven niets te maken. Ik wandel graag en vaak op de Veluwe. Er zijn een aantal leuke gebieden waar de honden los mogen lopen. Het wild in de vorm van wilde zwijnen en edelherten houdt zich helaas niet aan de verdeling van de Veluwe en gaat in grote getale uit eten in het honden losloopgebied. Uiteraard tot grote vreugde van Neala en Cooper die met hysterisch IEW! IEW! IEW! gejank de dieren terug naar huis proberen te drijven, volkomen blind en doof voor wat ik te melden heb. Meestal lukt dat en soms gaat dat in vliegende vaart langs mij heen! En dan zijn edelherten héél groot. Ik ben wat minder gecharmeerd van wilde zwijnen, dat wil zeggen in combinatie met de honden. Er zijn al aardig wat ongelukken gebeurd met buurhonden die in aanvaring kwamen met de formidabele slagtanden. Niet al te lang geleden sprong Neala met opgeheven staart het kreupelhout in en binnen een minuut klonk het bekende opgewonden gejank. Helaas, dit ging al snel over in een gefrustreerd blaffen. De moed zonk mij in de laarzen… Blaffen in plaats van janken betekent dat Neala een dier niet in beweging kan krijgen. Geen edelhert dus; het moest een wild zwijn zijn! Ik wist bovendien dat er een complete familie van vader, moeder en zes jongen in de buurt rondzwierf! We hadden ze een paar weken eerder nog gezien in hun eigen wildgebied. Een wild zwijn met jongen is gevaarlijk…
“Neala!” brulde ik, “That’ll do!”
En nog eens “That’ll do!”
Het kreupelhout kraakte en daar verscheen Neala, tong uit de bek van opwinding, enthousiast mij te zien!
Het was de eerste keer dat ik haar van het wild heb kunnen terugroepen en ik wil hier maar mee zeggen dat de volle overtuiging dat ze terug moest komen op dat moment in mijn stem heeft gelegen. En dat is voldoende reden voor een hond om naar je toe te komen.
Kwartjes vallen pas wanneer ze niet anders kunnen.
Anna
8 januari 2008