Kom HIER!
Laatst stuitte ik op de wonderlijkste “reden waarom mijn hond niet terugkomt” ooit.
De krediet voor de navolgende redenering ligt niet bij mij. Gelukkig, zou ik bijna zeggen.
Het volgende overkwam mij een aantal weken geleden; Op mijn wat kortere rondje met de honden, meestal rond het tijdstip dat ik eigenlijk een miljoen andere zaken te doen heb, ontmoet ik soms een vrouw met een aantal, ik mag wel zeggen heel enthousiaste honden. Een Deense Dog en twee Bullterriers. De Dog is groot en danst slobberig om mij heen. De Bulls zijn een stuk kleiner maar vrolijke springers, die regelmatig vier pootprinten op mijn T-shirt achterlaten. Wat deze drie honden gemeen hebben is dat zij voor geen meter naar hun baas luisteren. Dapper proberen mijn honden en ik, tussen het geweld door, verder te spelen met ons balletje. Het geroep van het Bull bazinnetje heeft op de hond net zo weinig effect als een emmer water op een bosbrand. Uiteindelijk geven wij het op. De wachttijd om onze bal terug te krijgen, telkens wanneer ik hem gegooid heb, is te lang.
Maar het kan nòg gekker; want hoe komt het dat deze drie honden zo Oost-Indisch doof zijn? Juist, dat is míjn schuld. In de vroege ochtend op weg naar ons vaste dagelijkse wandelgebied werden wij opnieuw bestormd door één van de Bullterriers. Vanaf de andere kant van het speelveld leek het geroep, gedreig en gesmeek van zijn bazin eens zo hard te klinken. Tot zij opeens zweeg, even nadacht en vervolgens met een verklaring kwam “Ja dat komt, omdat jíj altijd een bal bij je hebt!” Ik had geen antwoord paraat.
Geloof me; ik weet hoe frustrerend het is om je hond te vergeefs te roepen en het leedvermaak van anderen om je heen te zien. De ergste vorm van dit fenomeen heb ik met Cooper meegemaakt toen zij nog een puppy was. Cooper is mijn eerste hond en ik had nog nooit een hond opgevoed, laat staan getraind. Toen ik net twee weken bezig was met de puppycursus nam ik haar, overmoedig door haar schattigheid en vrolijk enthousiasme, mee naar een park met een wat groter grasveld en spannende struiken. En… ik maakte haar los van de riem.
Ogenblikkelijk richtte zij haar vrolijk enthousiasme niet meer op mij, maar op een keurig hondje van een keurige dame, die een eindje verder, met elkaar aan de riem kwamen aanlopen. Hondje legde zich plat, de dame bevroor. Ik riep Cooper terug. Het effect was nihil dus zette ik een sprintje in en arriveerde al enigszins buiten adem ter plaatse.
“Mijn hond krijgt zowat een beroerte!” kondigde de dame aan.
“Ja, ik pak de mijne wel even op!” antwoordde ik behulpzaam.
Ik bukte mij, Cooper schudde haar schattigheid af en sprong een metertje verder.
“Cooper, kom eens HIER!” Ik bukte mij weer en graaide ernaast.
“Nou míjn hond krijgt zowat een beroerte!” bromde de dame weer.
Puffend nam ik een snoekduik en greep andermaal mis.
Inmiddels waren wij opgemerkt door geamuseerde scholieren die natuurlijk dit park als hangplek hadden uitgekozen. Als ik dat geweten had…! Zij installeerden zich over hun fietssturen, klaar voor wat entertainment.
Ik probeerde een andere techniek, rende hard weg, al roepend met mijn allerhoogste stem!
Voor Cooper bestond ik niet. Boze stem opgezet, vleiende stem opgezet, achteloos weggelopen en nog wat gymnastische duikoefeningen uitgevoerd.
“Mijn hond krijgt zo echt een beroerte!” De dame had haar metgezel inmiddels opgetild maar bleef verder stokstijf staan.
Bij het puber publiek voegde zich een man, die belangstellend van zijn fiets stapte met een gezicht of hij alle tijd had. Door al deze belangstelling voelde ik mij verplicht enige uitleg te geven.
“Ja,” pufte ik, “Ze is nog erg jong! Maar we zitten nu wel op een puppycursus.”
Vol begrip bekeek de man het tafereel dat zich voor hem afspeelde; de norse dame, het keurige hondje, de dartele Cooper, mijn opperste wanhoop…
“En..?” informeerde hij, “Helpt ’t al?”
Echt, ik ben de laatste die commentaar zal leveren op wanhopige bazen en Oost-Indisch dove honden. Eén ding staat voor mij wel vast; zolang je de oorzaak van het probleem bij je hond of bij anderen neerlegt zal je hond nooit een goede reden hebben om terug te komen.
Anna
1 november 2007